Summary
Dutch
Detailed Translations for loeien from Dutch to French
loeien:
-
loeien
meugler; mugir; beugler-
meugler verb (meugle, meugles, meuglons, meuglez, meuglent, meuglais, meuglait, meuglions, meugliez, meuglaient, meuglai, meuglas, meugla, meuglâmes, meuglâtes, meuglèrent, meuglerai, meugleras, meuglera, meuglerons, meuglerez, meugleront)
-
mugir verb (mugis, mugit, mugissons, mugissez, mugissent, mugissais, mugissait, mugissions, mugissiez, mugissaient, mugîmes, mugîtes, mugirent, mugirai, mugiras, mugira, mugirons, mugirez, mugiront)
-
beugler verb (beugle, beugles, beuglons, beuglez, beuglent, beuglais, beuglait, beuglions, beugliez, beuglaient, beuglai, beuglas, beugla, beuglâmes, beuglâtes, beuglèrent, beuglerai, beugleras, beuglera, beuglerons, beuglerez, beugleront)
-
Conjugations for loeien:
o.t.t.
- loei
- loeit
- loeit
- loeien
- loeien
- loeien
o.v.t.
- loeide
- loeide
- loeide
- loeiden
- loeiden
- loeiden
v.t.t.
- heb geloeid
- hebt geloeid
- heeft geloeid
- hebben geloeid
- hebben geloeid
- hebben geloeid
v.v.t.
- had geloeid
- had geloeid
- had geloeid
- hadden geloeid
- hadden geloeid
- hadden geloeid
o.t.t.t.
- zal loeien
- zult loeien
- zal loeien
- zullen loeien
- zullen loeien
- zullen loeien
o.v.t.t.
- zou loeien
- zou loeien
- zou loeien
- zouden loeien
- zouden loeien
- zouden loeien
diversen
- loei!
- loeit!
- geloeid
- loeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for loeien:
Verb | Related Translations | Other Translations |
beugler | loeien | brullen; gillen; huilen; janken; krijsen; snikken |
meugler | loeien | |
mugir | loeien | balken; brullen; foeteren; fulmineren; gillen; het uitgillen; huilen; janken; krijsen; razen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitgillen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen |
Related Words for "loeien":
loeien form of loei:
Translation Matrix for loei:
Noun | Related Translations | Other Translations |
colosse | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei | bakbeest; beer; gevaarte; gigant; groot exemplaar; grote man; joekel; knoert; kolos; reus; titaan |
mastodonte | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei | mastodont |
type | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei | aard; fatje; figuur; gast; genre; goser; gozer; heerschap; heertje; individu; jochie; jongetje; kerel; klasse; kleine jongen; knakker; knul; man; model; monster; onderverdeling; proefje; proeve; slag; snuiter; soort; specimen; staal; staaltje; sujet; type; vent |