Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. oor:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oor from Dutch to Spanish

oor:

oor [het ~] noun

  1. het oor (oor van een kopje)
    el asa
    • asa [el ~] noun

Translation Matrix for oor:

NounRelated TranslationsOther Translations
asa oor; oor van een kopje beugel; draagbeugel; hengsel; scharnier
oreja greep; handel; handgreep; handvat; hendel
OtherRelated TranslationsOther Translations
oreja gehoororgaan; oor
oído 1 gehoororgaan; oor

Related Words for "oor":

  • oortje, oortjes

Related Definitions for "oor":

  1. elk van de twee organen waarmee je hoort1
    • bij het douchen kwam er water in mijn oor1
  2. handgreep met halfronde vorm1
    • het oor van het kopje is gebroken1

Wiktionary Translations for oor:

oor
noun
  1. het lichaamsdeel waarmee geluiden kunnen worden gehoord

Cross Translation:
FromToVia
oor oído; oreja ear — organ of hearing
oor oído OhrAnatomie: Sinnesorgan zur Wahrnehmung von akustischen Signalen (Gehör)
oor oreja oreille — Organe de l’audition

Related Translations for oor