Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- vervangen:
-
Wiktionary:
- vervangen → reemplazar, substituir, sustituir
- vervangen → cambiar, reemplazar, recambiar, substituir, sustituir, reintegrar, reembolsar
Dutch
Detailed Translations for vervangen from Dutch to Spanish
vervangen:
-
vervangen (remplaceren; vernieuwen; verwisselen; aflossen)
sustituir; reemplazar; reponer; cambiar por; renovar; cambiar-
sustituir verb
-
reemplazar verb
-
reponer verb
-
cambiar por verb
-
renovar verb
-
cambiar verb
-
-
vervangen (invallen voor iemand; invallen)
-
vervangen
reemplazar-
reemplazar verb
-
Conjugations for vervangen:
o.t.t.
- vervang
- vervangt
- vervangt
- vervangen
- vervangen
- vervangen
o.v.t.
- verving
- verving
- verving
- vervingen
- vervingen
- vervingen
v.t.t.
- heb vervangen
- hebt vervangen
- heeft vervangen
- hebben vervangen
- hebben vervangen
- hebben vervangen
v.v.t.
- had vervangen
- had vervangen
- had vervangen
- hadden vervangen
- hadden vervangen
- hadden vervangen
o.t.t.t.
- zal vervangen
- zult vervangen
- zal vervangen
- zullen vervangen
- zullen vervangen
- zullen vervangen
o.v.t.t.
- zou vervangen
- zou vervangen
- zou vervangen
- zouden vervangen
- zouden vervangen
- zouden vervangen
diversen
- vervang!
- vervangt!
- vervangen
- vervangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vervangen:
Related Definitions for "vervangen":
Wiktionary Translations for vervangen:
vervangen
Cross Translation:
verb
-
het ene de plaats doen innemen van het andere
- vervangen → reemplazar; substituir; sustituir
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vervangen | → cambiar; reemplazar; recambiar | ↔ change — to replace |
• vervangen | → reemplazar | ↔ replace — to substitute |
• vervangen | → substituir | ↔ stand in for — replace |
• vervangen | → sustituir; substituir | ↔ substitute — to use in place of something else, with the same function |
• vervangen | → reintegrar; reembolsar | ↔ ersetzen — an die Stelle von etwas anderem treten |
• vervangen | → reemplazar; sustituir; cambiar | ↔ ersetzen — (transitiv) etwas entfernen und an dieselbe Stelle etwas anderes setzen |
• vervangen | → substituir; reemplazar | ↔ remplacer — succéder à quelqu’un dans une place, dans un emploi. |
• vervangen | → substituir | ↔ substituer — mettre une personne, une chose à la place d’une autre. |