Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. zich uiten:


Dutch

Detailed Translations for zich uiten from Dutch to English

zich uiten:

zich uiten verb

  1. zich uiten (openbaren)
    to reveal; to exhibit; to express; to show; to display; to demonstrate; to admit
    • reveal verb (reveals, revealed, revealing)
    • exhibit verb (exhibits, exhibited, exhibiting)
    • express verb (expresss, expressed, expressing)
    • show verb (shows, showed, showing)
    • display verb (displaies, displayed, displaying)
    • demonstrate verb (demonstrates, demonstrated, demonstrating)
    • admit verb (admits, admited, admiting)

Translation Matrix for zich uiten:

NounRelated TranslationsOther Translations
display beeldscherm; bekendmaking; etalering; monitor; uitstalling
exhibit inzending
show demonstratie; expositie; happening; laten zien; opvoering; parade; performance; show; staatsie; tentoonstelling; toneelavond; uiterlijk vertoon; uitstalling; vertoning; voorstelling
VerbRelated TranslationsOther Translations
admit openbaren; zich uiten als waar erkennen; autoriseren; biechten; binnen laten; bloot leggen; dulden; duren; erkennen; fiatteren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; iemand toelaten; inlaten; inwilligen; laten; opbiechten; opnemen; opvangen; permitteren; reveleren; toegang verschaffen; toegeven; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemming verlenen; vergunnen
demonstrate openbaren; zich uiten aanschouwelijk maken; aantonen; betogen; bewijzen; demonstreren; staven; veraanschouwelijken
display openbaren; zich uiten aanbieden; etaleren; exposeren; laten zien; offreren; presenteren; tentoonspreiden; tentoonstellen; tonen; uitstallen; vertonen; voor ogen brengen; voorleggen
exhibit openbaren; zich uiten etaleren; exposeren; tentoonstellen; tonen; uitstallen; vertonen; voor ogen brengen
express openbaren; zich uiten betonen; betuigen; formuleren; spuien; tot uitdrukking brengen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbaliseren; vertolken; verwoorden
reveal openbaren; zich uiten bloot leggen; klikken; ontdekken; ontpoppen als; ontsluieren; ontwaren; opsporen; reveleren; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
show openbaren; zich uiten aanduiden; aangeven; attenderen; etaleren; exposeren; getuigen van; iets aanwijzen; indiceren; laten blijken; laten zien; presenteren; te voorschijn halen; tentoonstellen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tonen; uitstallen; vertonen; voor de dag halen; voordedaghalen; wijzen; wijzen naar

Related Translations for zich uiten