Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. mislopen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mislopen from Dutch to English

mislopen:

mislopen verb (loop mis, loopt mis, liep mis, liepen mis, misgelopen)

  1. mislopen (iets mislopen; missen)
    to miss; to overlook
    • miss verb (misses, missed, missing)
    • overlook verb (overlooks, overlooked, overlooking)
  2. mislopen (mislukken; falen; verkeerd lopen; )
    to fail; to flop; to go wrong; to meet with disaster; to fall flat; lose one's face

Conjugations for mislopen:

o.t.t.
  1. loop mis
  2. loopt mis
  3. loopt mis
  4. lopen mis
  5. lopen mis
  6. lopen mis
o.v.t.
  1. liep mis
  2. liep mis
  3. liep mis
  4. liepen mis
  5. liepen mis
  6. liepen mis
v.t.t.
  1. ben misgelopen
  2. bent misgelopen
  3. is misgelopen
  4. zijn misgelopen
  5. zijn misgelopen
  6. zijn misgelopen
v.v.t.
  1. was misgelopen
  2. was misgelopen
  3. was misgelopen
  4. waren misgelopen
  5. waren misgelopen
  6. waren misgelopen
o.t.t.t.
  1. zal mislopen
  2. zult mislopen
  3. zal mislopen
  4. zullen mislopen
  5. zullen mislopen
  6. zullen mislopen
o.v.t.t.
  1. zou mislopen
  2. zou mislopen
  3. zou mislopen
  4. zouden mislopen
  5. zouden mislopen
  6. zouden mislopen
en verder
  1. heb misgelopen
  2. hebt misgelopen
  3. heeft misgelopen
  4. hebben misgelopen
  5. hebben misgelopen
  6. hebben misgelopen
diversen
  1. loop mis!
  2. loopt mis!
  3. misgelopen
  4. mislopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mislopen:

NounRelated TranslationsOther Translations
flop afgang; blamage; echec; fiasco; flop; mislukking; misser; teschandemaking
miss blunder; fout; juffrouw; mejuffrouw; misgreep; misrekening; misschot; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing
VerbRelated TranslationsOther Translations
fail afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen blijven zitten; doubleren; te kort schieten; tegenvallen; verongelukken
fall flat afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen onderuitgaan; slippen; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; wegschieten
flop afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen kwakken; neerkwakken; smakken
go wrong afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen
lose one's face afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen
meet with disaster afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen verongelukken
miss iets mislopen; mislopen; missen ernaast gooien; misgooien; missen; vermissen; voorbijzien
overlook iets mislopen; mislopen; missen over het hoofd zien; voorbijzien
ModifierRelated TranslationsOther Translations
go wrong ongerede

Antonyms for "mislopen":


Related Definitions for "mislopen":

  1. hem net niet tegenkomen1
    • ik ben Pieter misgelopen1
  2. het net niet krijgen1
    • doordat je te laat bent, ben je de taart misgelopen1
  3. verkeerd gaan1
    • dat loopt mis!1

Wiktionary Translations for mislopen:

mislopen
verb
  1. niet op de juiste tijd op de juiste plaats zijn om iets mee te maken
  2. fout aflopen

Cross Translation:
FromToVia
mislopen lack; miss manquer — (vieilli) faillir, tomber en faute.
mislopen miss rater — Ne pas partir, en parlant d’une arme à feu. (Sens général).

Related Translations for mislopen