Dutch

Detailed Translations for alert from Dutch to German

alert:


Translation Matrix for alert:

NounRelated TranslationsOther Translations
Benachrichtigung alert; melding; waarschuwing aankondiging; bericht; berichtgeving; convocatie; informatie; informeren; kennisgeving; mededeling; mededelingen; melding; verwittiging; voorlichting; waarschuwing
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Warnung alert; melding; waarschuwing waarschuwing
ModifierRelated TranslationsOther Translations
aufgeweckt alert; oplettend; uitgeslapen; wakker ad rem; adrem; bijdehand; briljant; clever; energiek; geagiteerd; geanimeerd; gevat; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; leuk om te zien; levendig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slagvaardig; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig; verhit; vief; vindingrijk; vol fut; wakker
aufmerksam alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend aandachtig; belangstellend; geïnteresseerd; oplettend; opmerkzaam
bedacht alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
bedachtsam alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend bedacht; bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; gewapend; omzichtig; voorbereid; voorzichtig; zorgvuldig
behutsam alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig
besonnen alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig
lebendig alert; oplettend; uitgeslapen; wakker actief; beweeglijk; bezet; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; geagiteerd; geanimeerd; levendig; verhit; vief; vol fut
lebhaft alert; oplettend; uitgeslapen; wakker actief; ad rem; beweeglijk; bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; geagiteerd; geanimeerd; goedgehumeurd; goedgeluimd; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; slagvaardig; tierig; verhit; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd
munter alert; oplettend; uitgeslapen; wakker actief; beweeglijk; bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; fideel; fleurig; geagiteerd; geanimeerd; geestig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; hooggekleurd; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; speels; tierig; uitgelaten; verblijd; verheugd; verhit; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
quick alert; oplettend; uitgeslapen; wakker actief; ad rem; beweeglijk; bezet; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; geagiteerd; geanimeerd; levendig; slagvaardig; verhit; wakker
umsichtig alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig
vorsichtig alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig; voorzichtig; zorgvuldig
wach alert; oplettend; uitgeslapen; wakker
wachsam alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend aandachtig; oplettend; opmerkzaam
wacker alert; oplettend; uitgeslapen; wakker

Related Words for "alert":

  • alertheid, alerte

Wiktionary Translations for alert:

alert
adjective
  1. oplettend

Cross Translation:
FromToVia
alert bei Bewusstsein; wach; aufmerksam conscious — alert, awake