Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. hoed:
  2. hoeden:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hoed from Dutch to German

hoed:

hoed [de ~ (m)] noun

  1. de hoed
    die Hüte; der Hut; die Kopfbedeckung

Translation Matrix for hoed:

NounRelated TranslationsOther Translations
Hut hoed hoofdbedekking; hoofddeksel; pet
Hüte hoed
Kopfbedeckung hoed afdekkap; dak; hoofdbedekking; hoofddeksel; kap; koepel; muts; overdekking; overkapping; pet

Related Words for "hoed":


Related Definitions for "hoed":

  1. koker of bol met rand eromheen voor op je hoofd1
    • zij droeg een grote hoed tegen de zon1

Wiktionary Translations for hoed:

hoed
noun
  1. een hoofddeksel
hoed
noun
  1. Kopfbedeckung

Cross Translation:
FromToVia
hoed Mütze; Hut hat — a head covering
hoed Hut chapeau — Ce qu’on met sur la tête

hoed form of hoeden:

hoeden verb (hoed, hoedt, hoedde, hoedden, gehoed)

  1. hoeden
    hüten
    • hüten verb (hüte, hütest, hütet, hütete, hütetet, gehütet)

Conjugations for hoeden:

o.t.t.
  1. hoed
  2. hoedt
  3. hoedt
  4. hoeden
  5. hoeden
  6. hoeden
o.v.t.
  1. hoedde
  2. hoedde
  3. hoedde
  4. hoedden
  5. hoedden
  6. hoedden
v.t.t.
  1. heb gehoed
  2. hebt gehoed
  3. heeft gehoed
  4. hebben gehoed
  5. hebben gehoed
  6. hebben gehoed
v.v.t.
  1. had gehoed
  2. had gehoed
  3. had gehoed
  4. hadden gehoed
  5. hadden gehoed
  6. hadden gehoed
o.t.t.t.
  1. zal hoeden
  2. zult hoeden
  3. zal hoeden
  4. zullen hoeden
  5. zullen hoeden
  6. zullen hoeden
o.v.t.t.
  1. zou hoeden
  2. zou hoeden
  3. zou hoeden
  4. zouden hoeden
  5. zouden hoeden
  6. zouden hoeden
en verder
  1. ben gehoed
  2. bent gehoed
  3. is gehoed
  4. zijn gehoed
  5. zijn gehoed
  6. zijn gehoed
diversen
  1. hoed!
  2. hoedt!
  3. gehoed
  4. hoedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hoeden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hüten hoeden behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaken; in bescherming nemen; opletten; oppassen; toezien op; uitkijken; uitkijken voor; voorzichtig zijn

Related Words for "hoeden":


Wiktionary Translations for hoeden:

hoeden
verb
  1. een kudde dieren verzorgen en in de gaten houden
hoeden
verb
  1. (transitiv), Schweiz: auf jemandem, etwas aufpassen; in seine Obhut nehmen

Cross Translation:
FromToVia
hoeden begünstigen; beschirmen; protektieren; schützen; beschützen; hüten; behüten; bewachen; überwachen protégerprendre la défense de quelqu’un, de quelque chose ; prêter secours et appui.

External Machine Translations: