Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: expediëren

Dutch and German Translation Search Results for expediëren

Summary

Dutch to German: more detail...

expediëren:
- Wiktionary:
  expediëren → abfertigen, befördern, expedieren, fortsenden, spedieren, absenden, wegschicken, aufgeben, verfrachten

Dutch

Suggestions for expediëren in Dutch

Spelling Suggestions for: expediëren

exploiteren; exposeren; exporteren; exploreren; expanderen; exploderen

Wiktionary Translations for expediëren:

Cross Translation:

From	To	Via
• expediëren	→ abfertigen; befördern; expedieren; fortsenden; spedieren; absenden; wegschicken; aufgeben; verfrachten	↔ expédier — Se hâter d’exécuter ou de conclure quelque chose.

External Machine Translations:

German

Suggestions for expediëren in German

Spelling Suggestions for: expediëren

explodieren; expandieren; Explodieren; explorieren; exportieren; erodieren; Expedition; exerzieren; existieren; extrahieren

External Machine Translations: