Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. legering:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for legering from Dutch to German

legering:

legering [de ~ (v)] noun

  1. de legering (metaallegering; alligatie; metaalmengsel; alliage)
    die Legierung; die Metallverbindung; die Metallverschmelzung
  2. de legering (kampement; kamp; legerkamp)
    Feldlager; Quartier; die Bleibe
  3. de legering
    die Legierung

Translation Matrix for legering:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bleibe kamp; kampement; legering; legerkamp accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; logies; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats
Feldlager kamp; kampement; legering; legerkamp
Legierung alliage; alligatie; legering; metaallegering; metaalmengsel
Metallverbindung alliage; alligatie; legering; metaallegering; metaalmengsel
Metallverschmelzung alliage; alligatie; legering; metaallegering; metaalmengsel
Quartier kamp; kampement; legering; legerkamp accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats

Related Words for "legering":

  • legeringen

Wiktionary Translations for legering:

legering
noun
  1. Metaalverbinding van twee of meer elementen
legering
noun
  1. homogene Mischung unterschiedlicher Metalle

Cross Translation:
FromToVia
legering Legierung alloy — metal combined of more elements
legering Legierung; Mischung; Gemisch alliage — chimie|nocat=1 action de combiner plusieurs éléments.

Related Translations for legering