Summary
French to Dutch: more detail...
- écrasant:
-
écraser:
- neerstorten; doen neerstorten; verbrijzelen; verpletteren; platdrukken; vermorzelen; fijnmaken; vergruizen; pletten; platmaken; fijndrukken; overrijden; omverrijden; overheen rijden; stampen; fijnstampen; malen; vermalen; fijnmalen; aan stukken slaan; inslaan; stukslaan; kapotslaan; kapotdrukken; onderdrukken; terughouden; in bedwang houden; bedwingen; beteugelen; breken; in stukken breken; kapotbreken; fijn maken; platlopen; stukgooien; kapotgooien; platwalsen; platstampen; overschrijven
-
Wiktionary:
- écrasant → verpletterend
- écraser → overschrijven, overrijden, platdrukken, pletten
- écraser → overwinnen, verslaan, overmeesteren, slaan, verpletteren, pletten, vermorzelen, verdrukken, overweldigen, in de schaduw stellen, in het niet doen verzinken, botsen
French
Detailed Translations for écrasant from French to Dutch
écrasant:
-
écrasant (difficile; dur; compliqué; pénible; péniblement; embarrassant; lourd; étreignant; délicat; difficilement; accablant; oppressant; critique; gênant; assommant; pressant; avec peine)
moeilijk; zwaar; ongemakkelijk; lastig; niet makkelijk-
moeilijk adj
-
zwaar adj
-
ongemakkelijk adj
-
lastig adj
-
niet makkelijk adj
-
-
écrasant (lourd; pressant; embarrassant)
-
écrasant (lourd comme du plomb; acablant)
Translation Matrix for écrasant:
Synonyms for "écrasant":
Wiktionary Translations for écrasant:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• écrasant | → verpletterend | ↔ crushing — that crushes |
écraser:
écraser verb (écrase, écrases, écrasons, écrasez, écrasent, écrasais, écrasait, écrasions, écrasiez, écrasaient, écrasai, écrasas, écrasa, écrasâmes, écrasâtes, écrasèrent, écraserai, écraseras, écrasera, écraserons, écraserez, écraseront)
-
écraser (précipiter; tomber; s'écraser)
-
écraser (pulvériser; mâchurer; broyer; réduire en poudre)
-
écraser (aplatir; mâchurer; planer; broyer; comprimer; compresser; laminer)
-
écraser (heurter en roulant; renverser)
-
écraser (broyer; concasser)
-
écraser (pulvériser; moudre; réduire en pouvre)
-
écraser (casser en morceaux; casser; rabattre; rompre; briser; broyer; démolir; fracasser; mettre en morceaux)
aan stukken slaan; inslaan; verbrijzelen; stukslaan; kapotslaan-
aan stukken slaan verb (sla aan stukken, slaat aan stukken, sloeg aan stukken, sloegen aan stukken, aan stukken geslagen)
-
-
écraser (pulvériser; réduire en miettes; broyer; moudre)
-
écraser (maîtriser; retenir; réprimer; se retenir; broyer; se contenir; se maîtriser; dominer; refouler; gouverner; se modérer; dompter; concasser)
onderdrukken; terughouden; in bedwang houden; bedwingen; beteugelen-
in bedwang houden verb (houd in bedwang, houdt in bedwang, hield in bedwang, hielden in bedwang, in bedwang gehouden)
-
écraser (casser; rompre; détruire; abîmer; briser; démolir)
-
écraser (réduire en poudre; broyer)
-
écraser (piétiner)
-
écraser (fracasser; casser; briser; broyer; démolir; rabattre; mettre en morceaux)
-
écraser (laminer; aplatir)
-
écraser (substituer)
Conjugations for écraser:
Présent
- écrase
- écrases
- écrase
- écrasons
- écrasez
- écrasent
imparfait
- écrasais
- écrasais
- écrasait
- écrasions
- écrasiez
- écrasaient
passé simple
- écrasai
- écrasas
- écrasa
- écrasâmes
- écrasâtes
- écrasèrent
futur simple
- écraserai
- écraseras
- écrasera
- écraserons
- écraserez
- écraseront
subjonctif présent
- que j'écrase
- que tu écrases
- qu'il écrase
- que nous écrasions
- que vous écrasiez
- qu'ils écrasent
conditionnel présent
- écraserais
- écraserais
- écraserait
- écraserions
- écraseriez
- écraseraient
passé composé
- ai écrasé
- as écrasé
- a écrasé
- avons écrasé
- avez écrasé
- ont écrasé
divers
- écrase!
- écrasez!
- écrasons!
- écrasé
- écrasant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Translation Matrix for écraser:
Synonyms for "écraser":
Wiktionary Translations for écraser:
écraser
Cross Translation:
verb
écraser
-
Enregistrer un contenu en supprimant le contenu antérieur
- écraser → overschrijven
verb
-
met de wielen van een voertuig over iets of iemand heen rijden
-
iets met kracht samendrukken
-
plat maken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• écraser | → overwinnen; verslaan; overmeesteren; slaan | ↔ best — to beat |
• écraser | → verpletteren; pletten | ↔ crush — to press or bruise between two hard bodies |
• écraser | → vermorzelen; verpletteren | ↔ crush — to overwhelm by pressure or weight |
• écraser | → verdrukken | ↔ crush — to oppress or burden grievously |
• écraser | → overweldigen; verpletteren | ↔ crush — to overcome completely |
• écraser | → in de schaduw stellen | ↔ dwarf — to make appear insignificant |
• écraser | → in het niet doen verzinken | ↔ dwarf — to make appear much smaller |
• écraser | → botsen | ↔ aufprallen — heftig auf etwas aufschlagen |