Summary
English to Dutch: more detail...
-
adjoin:
-
Wiktionary:
adjoin → resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien, belenden, grenzen aan, besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren, uitgaan, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, bereiken, behalen, inhalen, reiken tot, leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op, bijdoen, bijmengen, bijvoegen, toegeven, toevoegen -
Synonyms for "adjoin":
border; edge; abut; march; butt; butt against; butt on; touch; meet; contact
touch; meet; contact
add
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for adjoin from English to Dutch
adjoin:
Translation Matrix for adjoin:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | abut; border; butt; butt against; butt on; contact; edge; march; meet; touch |
Synonyms for "adjoin":
Related Definitions for "adjoin":
Wiktionary Translations for adjoin:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• adjoin | → resulteren; uitkomen; volgen; voortkomen; voortspruiten; voortvloeien; belenden; grenzen aan; besturen; brengen; leiden; geleiden; voeren; uitgaan; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot; leiden tot; uitdraaien op; uitlopen op | ↔ aboutir — toucher par un bout. |
• adjoin | → bijdoen; bijmengen; bijvoegen; toegeven; toevoegen | ↔ adjoindre — À trier |