Bailiff: translate English

Summary

English to Dutch: more detail...

bailiff:
- gerechtsdeurwaarder; deurwaarder; rentmeester; schout; dijkgraaf; schoutendiender
Wiktionary:
- bailiff → meier, gerechtsdeurwaarder, amman, schout, baljuw, drossaard, drost, deurwaarder
- bailiff → deurwaarder

English

Detailed Translations for bailiff from English to Dutch

the bailiff (sheriff's officer)
de gerechtsdeurwaarder; de deurwaarder
- gerechtsdeurwaarder [de ~ (m)] noun
- deurwaarder [de ~ (m)] noun
the bailiff (steward)
de rentmeester
- rentmeester [de ~ (m)] noun
the bailiff (dikereef)
de schout; de dijkgraaf
- schout [de ~ (m)] noun
- dijkgraaf [de ~ (m)] noun
the bailiff (sherrif)
de schout; schoutendiender
- schout [de ~ (m)] noun
- schoutendiender [znw.] noun
the bailiff
de gerechtsdeurwaarder
- gerechtsdeurwaarder [de ~ (m)] noun

an officer of the court who is employed to execute writs and processes and make arrests etc.¹

bailiff

noun

steward or overseer of an estate
- bailiff → meier
legal officer to whom some degree of authority, care or jurisdiction is committed
- bailiff → gerechtsdeurwaarder; meier; amman; schout; baljuw; drossaard; drost

bailiff

noun

iemand die voornamelijk assisteert bij rechtszaken, dagvaardingen uitbrengt en beslagen legt
- deurwaarder → bailiff
het hoofd van het dorpsbestuur van een schoutambt vanaf de hoge middeleeuwen
- schout → bailiff

Cross Translation:

From	To	Via
• bailiff	→ deurwaarder	↔ Gerichtsvollzieher — Beamter, dessen Aufgabe es ist, richterliche Urteile und andere Vollstreckungstitel gegebenenfalls zwangsweise zu vollstrecken