Summary
English to Dutch: more detail...
-
happy-go-lucky:
-
Wiktionary:
happy-go-lucky → onbekommerd, onbezorgd, zorgeloos -
Synonyms for "happy-go-lucky":
carefree; devil-may-care; freewheeling; harum-scarum; slaphappy; irresponsible
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for happy-go-lucky from English to Dutch
happy-go-lucky: (*Using Word and Sentence Splitter)
- happy: wakker; levendig; zonnig; opgeruimd; kleurig; geestig; uitgelaten; fleurig; monter; lustig; dartel; jolig; kwiek; fideel; welgemoed; blijgeestig; vrolijk; opgewekt; opgetogen; blijmoedig; blijgestemd; blij; verheugd; verblijd; levenslustig; tierig; heugelijk; heuglijk; verblijdend; goed geluimd; welgestemd
- go: gaan; vertrekken; weggaan; opstappen; heengaan; opbreken; zich begeven; lopen; stappen; zich voortbewegen; weg; heen; vort; ksst; beurt; spelletje; rondje; afleggen; meters maken
- lucky: gelukkig; voorspoedig; fortuinlijk
happy-go-lucky:
Translation Matrix for happy-go-lucky:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | carefree; devil-may-care; freewheeling; harum-scarum; slaphappy |
Synonyms for "happy-go-lucky":
Related Definitions for "happy-go-lucky":
Wiktionary Translations for happy-go-lucky:
happy-go-lucky
adjective
-
carefree
- happy-go-lucky → onbekommerd; onbezorgd; zorgeloos