Summary
English to Dutch: more detail...
- strange:
-
Wiktionary:
- strange → vreemd, raar, onbekend, strange, buitenlands, uitheems, wonderlijk, zonderling
- strange → buitenlands, eigenaardig, apart, vreemd, onbekend, gek, raar, vreemdsoortig, wonderlijk, curieus, typisch, bijzonder, buitengewoon, bizar
-
User Contributed Translations for strange:
- gekke
Dutch to English: more detail...
-
strange:
-
Wiktionary:
strange → strange
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for strange from English to Dutch
strange:
-
strange (rare; extraordinary; prodigious; seldom; rarely; uncommon; odd; phenomenal; unique; funny; hardly ever; little)
-
strange (odd; atypical)
-
strange (peculiar; curious; odd; queer)
-
strange (queer; foreign; outlandish; odd; alien; exotic; funny)
vreemd; uitheems; vreemdsoortig; zonderling-
vreemd adj
-
uitheems adj
-
vreemdsoortig adj
-
zonderling adj
-
Translation Matrix for strange:
Related Words for "strange":
Synonyms for "strange":
Antonyms for "strange":
Related Definitions for "strange":
Wiktionary Translations for strange:
strange
Cross Translation:
adjective
strange
adjective
-
afwijkend van gewoonlijk, verbazing opwekkend
-
van buiten, niet van hier
-
gek, onwerkelijk
-
niet bekend
-
opmerkelijk, ongewoon
-
bij alle anderen bevreemding opwekkend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• strange | → buitenlands | ↔ ausländisch — auf das Ausland bezogen oder sich auf das Ausland beziehend, in der Art und Weise des Auslandes; im Ausland ansässig, aus diesem stammend |
• strange | → eigenaardig; apart | ↔ eigenartig — besonders in seiner Art, vom Standard abweichend |
• strange | → vreemd | ↔ fremd — nicht bekannt, fremdartig |
• strange | → vreemd | ↔ fremd — von woanders her, ausländisch |
• strange | → onbekend | ↔ inconnu — qui n'est pas connu |
• strange | → eigenaardig; gek; raar; vreemd; vreemdsoortig; wonderlijk; curieus; typisch; bijzonder; buitengewoon; bizar | ↔ singulier — Qui est différent ou particulier, qui ne ressembler pas aux autres. |
• strange | → eigenaardig; gek; raar; vreemd; vreemdsoortig; wonderlijk | ↔ étrange — Qui est en dehors de l’ordre, de l’usage commun ; qui est singulier, extraordinaire. |