Summary
English to Dutch: more detail...
-
act as go-between:
-
Wiktionary:
act as go-between → bemiddelen, beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven, aandoen, aanrichten, stichten, veroorzaken, uitreiken, verschaffen, verstrekken
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for act as go-between from English to Dutch
act as go-between: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ACT: Werkset voor toepassingscompatibiliteit
- act: uitvoeren; doen; verrichten; uitrichten; actie; handeling; daad; aktie; optreden; performen; acteren; toneelspelen; spelen; doen alsof; zich aanstellen; handelen; ageren
- AS: autonoom systeem
- as: omdat; daar; aangezien; vermits; naarmate; naargelang; terwijl; toen; ondertussen; inmiddels; tussentijds; intussen; ook; op dezelfde wijze; dito; desgelijks; precies zo; zowel als; net zo; evenzo; in overeenstemming met
- go: gaan; vertrekken; weggaan; opstappen; heengaan; opbreken; zich begeven; lopen; stappen; zich voortbewegen; weg; heen; vort; ksst; beurt; spelletje; rondje; afleggen; meters maken
- between: tussen; tussenin; ertussen; daartussen; tussenbeide; hiertussen; tussen deze
Wiktionary Translations for act as go-between:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• act as go-between | → bemiddelen; beleggen; houden; teweegbrengen; uitschrijven; aandoen; aanrichten; stichten; veroorzaken; uitreiken; verschaffen; verstrekken | ↔ procurer — faire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins. |