Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: schippen

German and Dutch Translation Search Results for schippen

Summary

German to Dutch: more detail...

schippen:
- Wiktionary:
  schippen → bezemen, vegen, aanvegen, opvegen, schoonvegen
- Synonyms for "schippen":
  ausheben; buddeln; graben; schaufeln

German

Detailed Translations for schippen from German to Dutch

Spelling Suggestions for: schippen

Schuppen; schicken; schinden; schieben; schissen; schleppen; schnipsen; schnappen; schiffen; schieden

schippen:

Synonyms for "schippen":

ausheben; buddeln; graben; schaufeln

Wiktionary Translations for schippen:

Cross Translation:

From	To	Via
• schippen	→ bezemen; vegen; aanvegen; opvegen; schoonvegen	↔ balayer — nettoyer un lieu avec le balai.

External Machine Translations:

Dutch

Detailed Translations for schippen from Dutch to German

schippen: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

schip: Fahrzeug
pen: Stift; Kugelschreiber; Kuli; Feder; Nadel; Nagel; Bolz; Zapfen; Keil; Spieß; Flaum; Pflock; Griffel; Bleistift; Schreibestift; Füller; Füllfederhalter; Füllfeder

Spelling Suggestions for: schippen

schimpen; scheppen; schoppen; schappen; schipper; schepten; schopten; scherpen; schrapen; schipperen

External Machine Translations: