Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. organen:
  2. orgaan:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for Organen from Dutch to German

organen:

organen [de ~] noun, plural

  1. de organen
    der Organe; Gedärm; Eingeweide

Translation Matrix for organen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Eingeweide organen darm; darmen; ingewanden
Gedärm organen
Organe organen

Related Words for "organen":


Organen form of orgaan:

orgaan [het ~] noun

  1. het orgaan (zintuig)
    Organ
  2. het orgaan (spreekbuis)
    Organ; Sprachrohr

Translation Matrix for orgaan:

NounRelated TranslationsOther Translations
Organ orgaan; spreekbuis; zintuig
Sprachrohr orgaan; spreekbuis scheepsroeper; spreekbuis figuurlijk; spreekbuis instrument; spreekhoorn; spreektrompet

Related Words for "orgaan":


Related Definitions for "orgaan":

  1. deel van lichaam met eigen functie1
    • de long is een orgaan waarmee we ademhalen1

Wiktionary Translations for orgaan:

orgaan
noun
  1. Onderdeel van het organisme
  2. Communicatiemiddel

Cross Translation:
FromToVia
orgaan Körper; Körperschaft body — organisation, company or other authoritative group
orgaan Organ organ — part of an organism
orgaan Organ organ — official magazine, newsletter, or similar publication
orgaan Organ organepartie d’un organisme vivant, considérée comme un tout et comme remplissant une fonction nécessaire ou utiles à sa vie.