Summary
German to Dutch: more detail...
- Aussage:
-
Wiktionary:
- Aussage → bewijs, blijk, teken, merkteken, wenk, adstructie, attest, certificaat, getuigenis, getuigschrift, testimonium, verklaring, getuigenverklaring
German
Detailed Translations for Aussage from German to Dutch
Aussage:
-
die Aussage (Mitteilung; Erklärung; Anzeige; Meldung; Darlegung; Bericht; Bekanntgabe; Anzeigen; Information; Ausspruch; Aussprache)
de toelichting; het statement; de mededeling; de verklaring; de declaratie; de bevestiging; de aangifte; de bewering; de opheldering; de uitlegging -
die Aussage (Auskunft; Aufschluß; Auslegung; Erklärung; Erläuterung; Interpretation)
het uitsluitsel -
die Aussage (Verdeutlichung; Erklärung; Erläuterung; Aufklärung; Information; Auskunft; Auslegung; Instruktion; Darlegung; Nachricht; Aufschluß; Erörterung; Begründung; Mitteilung; Deutung; Aussprache; Bekanntgabe; Interpretation; Bekanntmachung)
Translation Matrix for Aussage:
Synonyms for "Aussage":
Wiktionary Translations for Aussage:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Aussage | → bewijs; blijk; teken; merkteken; wenk; adstructie; attest; certificaat; getuigenis; getuigschrift; testimonium; verklaring; getuigenverklaring | ↔ témoignage — action de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit. |
External Machine Translations: