Summary
German to Dutch: more detail...
-
erlangen:
-
Wiktionary:
erlangen → realiseren, bereiken, verwerven, winnen, verkrijgen, afleiden, resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien, belenden, grenzen aan, besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren, uitgaan, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, behalen, inhalen, reiken tot, leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op, afnemen, kopen, aankopen, inkopen, aanschaffen, overnemen, buitmaken, halen, inslaan, raken, teisteren, treffen, aanbrengen, werven, aanwerven, verdienen, deelachtig worden, krijgen - User Contributed Translations for erlangen:
verlangen -
Synonyms for "erlangen":
das Rennen machen; einheimsen; erringen; erwerben; für sich entscheiden; gewinnen; obsiegen; siegen; triumphieren
absahnen; aneignen; bekommen; beziehen; einsacken; empfangen; entgegennehmen; erbeuten; ergattern; erhalten; erreichen; in den Besitz kommen; in Empfang nehmen; kriegen; zugespielt bekommen -
Synonyms for "Erlangen":
Gemarkung; Gemeinde; Ort; Ortschaft; Stadt
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for erlangen from German to Dutch
erlangen: (*Using Word and Sentence Splitter)
erlangen:
Synonyms for "erlangen":
Wiktionary Translations for erlangen:
Cross Translation: